Steeds meer werkgevers bieden hun werknemers een fietsplan aan. Dit stimuleert duurzaam woon-werkverkeer en draagt bij aan de vitaliteit van medewerkers. Maar hoe zit het fiscaal? In deze blog bespreken we de belangrijkste fiscale aspecten van het fietsplan, de maximale aankoopprijs en de btw-effecten, zodat je als werkgever of werknemer goed voorbereid bent.
Fiscale behandeling van de fiets van de zaak
Voor het privégebruik geldt een forfaitaire bijtelling van 7% van de consumentenadviesprijs (inclusief btw) per jaar. Dit bedrag wordt bij het loon van de werknemer opgeteld als loon in natura. De werkgever moet hierover loonbelasting en premies inhouden. De bijtelling geldt ongeacht het werkelijke privégebruik; zodra de fiets ook voor woon-werkverkeer ter beschikking staat, wordt deze geacht ook privé gebruikt te kunnen worden. Er is geen tegenbewijsregeling mogelijk bij gering privégebruik.
De bijtelling kan door de werkgever worden aangewezen als eindheffingsloon en zo in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) worden opgenomen. Dit betekent dat de werknemer geen belasting betaalt over de bijtelling, mits er voldoende vrije ruimte is.
Maximale aankoopprijs
Er geldt geen maximale aanschafprijs voor de fiets van de zaak. Werkgevers kunnen dus ook duurdere fietsen, zoals e-bikes of speed pedelecs, aanbieden. De bijtelling van 7% wordt altijd berekend over de consumentenadviesprijs inclusief btw, ongeacht het type fiets.
Btw-effecten
De btw op de aanschaf van de fiets van de zaak is voor de werkgever aftrekbaar tot een maximum van € 749 (inclusief btw) per fiets. Dit betekent dat maximaal € 130 btw per fiets in aftrek kan worden gebracht. Dit geldt alleen als de fiets eigendom blijft van de werkgever. Wordt de fiets aan de werknemer verstrekt of vergoed (dus eigendom van de werknemer), dan is de btw niet aftrekbaar.
Reiskostenvergoeding en fiets van de zaak
Let op: als een werknemer gebruikmaakt van een fiets van de zaak, mag er geen onbelaste kilometervergoeding van € 0,23 per kilometer worden gegeven voor de kilometers die met deze fiets worden afgelegd, inclusief woon-werkverkeer. Alleen voor de dagen waarop de werknemer met een ander vervoermiddel reist, mag een onbelaste reiskostenvergoeding worden toegekend. Hiervoor moeten werkgever en werknemer afspraken maken en deze administratief vastleggen.
Lening voor de aanschaf van een fiets
Een andere optie is dat de werkgever een renteloze lening verstrekt voor de aanschaf van een fiets. Het rentevoordeel wordt dan op nihil gewaardeerd en vormt geen loon voor de werknemer. Dit heeft geen gevolgen voor de vrije ruimte van de WKR.
Cafetariaregeling
Via een cafetariaregeling kan een werknemer brutoloon uitruilen voor een fiets. De waarde van de fiets kan dan als eindheffingsloon worden aangewezen en in de vrije ruimte van de WKR worden ondergebracht. Ook hier geldt geen maximale aanschafprijs, maar de werkgever moet wel letten op de beschikbare vrije ruimte.
Conclusie
Een fietsplan is fiscaal aantrekkelijk en flexibel inzetbaar. De belangrijkste aandachtspunten zijn de 7%-bijtelling bij een fiets van de zaak, de btw-aftrek tot € 749, het ontbreken van een maximale aanschafprijs en het feit dat een onbelaste kilometervergoeding niet mogelijk is voor de met de fiets van de zaak gereden kilometers. Een goede administratie en heldere afspraken zijn essentieel voor een optimale fiscale benutting van het fietsplan.