De voorgestelde maatregelen treden per 1 januari 2019 in werking, tenzij anders vermeld.

  • Verlaging Vpb
  • Nieuwe renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel)
  • Verhoging box 2-tarief
  • Belastingheffing over rekening courantschulden dga boven € 500.000
  • Compensatie bijstandslening (ex-)ondernemers
  • Nog maar zes jaar om ab-verlies te verrekenen
  • Investeringsaftrekken worden voortgezet
  • Gevolgen tariefsaanpassing Vpb
  • Vergoeding voor bijzonder kapitaal
  • Verbod investeren vastgoed fbi’s
  • Voorwaartse verliesverrekening beperkt
  • Beperking afschrijving vastgoed
  • Korter uitstel exitheffing voor B.V.

Verlaging Vpb

Het tarief in de vennootschapsbelasting gaat omlaag. Het wordt in drie jaarlijkse stappen verlaagd: Vanaf 2019 wordt de eerste schijf in de vennootschapsbelasting (belastbare winst tot € 200.000) 19% en de tweede schijf (vanaf € 200.000) 24,3%. Per 2020 zullen de tarieven 17,5 respectievelijk 23,9% zijn. In 2021 zijn de tarieven 16% respectievelijk 22,25%.

Tip
Probeer om kosten naar voren te halen door het vormen van een voorziening en opbrengsten uit te stellen door het vormen van een herinvesteringsreserve.

Nieuwe renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel)

Deze renteaftrekbeperking ziet op het verschil tussen de rentelasten en rentebaten op derden- en concernleningen. Dit rentesaldo is aftrekbaar tot maximaal 30% van de EBITDA (‘earnings before interest, tax, depreciation and amortisation’) van de belastingplichtige. Er komt een drempel maar van EUR 1 miljoen. Tot dit bedrag is de rente dus zonder meer aftrekbaar. Dat zal betekenen dat het MKB in het algemeen niet tegen deze renteaftrekbeperking zal aanlopen.

Het niet-aftrekbare deel kan wel onbeperkt worden voortgewenteld naar een volgend jaar. Er komt geen groepsuitzondering. De renteaftrekbeperking moet dus in beginsel per entiteit worden toegepast. Wel is het mogelijk de earningsstrippingmaatregel toe te passen op het niveau van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.

Als gevolg van deze geniereke renteaftrekbeperking wordt voorgesteld om de aftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente, de aftrekbeperking voor bovenmatige overnamerente en de beperking van de verrekening van verliezen voor houdster- en financieringsmaatschappijen af te schaffen. De renteaftrekbeperking gericht tegen winstdrainage blijft gehandhaafd.

Let op!
De wetgever voorziet dat vennootschappen zich gaan opdelen zodat iedere afzonderlijke vennootschap zelf de drempel van € 1 miljoen kan gebruiken. Het wetsvoorstel bevat echter nog geen concrete bepalingen om zo’n opdeling te bestrijden.

Tip
Is rente niet meer aftrekbaar? Overweeg om leningen tussen gelieerde vennootschappen om te zetten in eigen vermogen.

Verhoging box 2-tarief

In samenhang met de verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting wordt voorgesteld om het huidige belastingtarief van 25% voor inkomsten uit aanmerkelijk belang (i.e. belang van 5% of meer) te corrigeren naar 26,9% per 2021. Om het midden- en kleinbedrijf tegemoet te komen is de oorspronkelijke correctie uit het regeerakkoord van 28,5% dus verlaagd. De tariefopbouw in box 2 wordt dan als volgt:

Jaar Tarief
2019 25,0%
2020 26,25%
2021 26,9%

Let op!
Er komt geen overgangsregeling voor winsten die vóór 2020 zijn behaald, maar pas in 2020 of een later jaar worden uitgekeerd aan de dga.

Belastingheffing over rekening courantschulden dga boven € 500.000

In de miljoenennota wordt voor 2019 een belastingopbrengst (van 1,8 miljard euro) ingeboekt met betrekking tot hoge rekening courantschulden van de dga bij zijn eigen B.V. Overtreft een rekening courantschuld € 500.000 dan wordt dit surplus belast in box 2. In de wetsvoorstellen voor 2019 wordt over deze maatregel evenwel niets gezegd. Wel in een separate brief de dato 18 september van Minister van Financiën Hoekstra en Staatssecretaris Snel. Zij schetsen de volgende contouren:

  • Als de totale som van schulden van de aanmerkelijk belanghouder aan zijn eigen vennootschap meer dan € 500.000 bedraagt, wordt dat meerdere als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen.
  • De maatregel treedt op 1 januari 2022 in werking.
  • Voor bestaande eigenwoningschulden aan de eigen vennootschap wordt een overgangsmaatregel getroffen.

Het kabinet geeft dga’s dus nog een drietal jaren om de ‘excessieve’ schuld af te bouwen tot maximaal € 500.000. Het kabinet beoogt deze maatregel in het voorjaar van 2019 in een wetsvoorstel te vervatten. Ten aanzien van het conceptvoorstel vindt een internetconsultatie plaats, zodat bedrijfsleven en adviespraktijk er commentaar op kan geven en suggesties kunnen doen.

Hoe de in de miljoenennota genoemde belastingopbrengst in 2019 van 1,8 miljard euro kan worden genoemd terwijl de maatregel pas in 2022 moet ingaan, is niet duidelijk.

Compensatie bijstandslening (ex-)ondernemers

Een ondernemer in financiële problemen kan bij de gemeente een beroep doen op algemene bijstand om in het levensonderhoud te voorzien. De gemeente verstrekt dit als een renteloze lening, welke op dat moment niet tot het fiscale inkomen van de ondernemer behoort. Na een jaar beslist de gemeente op basis van het jaarinkomen van de ondernemer of de lening geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald. Bleef terugbetaling achterwege, dan werd het bedrag opgeteld bij het inkomen van de ondernemer. Dit leidde tot een hoger toetsingsinkomen voor een aantal inkomensafhankelijke toeslagen, met terugvorderingsproblemen tot gevolg. Met ingang van 1 januari 2017 worden deze kwijtgescholden leningen niet meer tot het inkomen van de ondernemer gerekend. Wie echter in de jaren 2014, 2015, 2016 nadeel heeft ondervonden in de toeslagensfeer door deze kwijtschelding, kan aanspraak maken op een compensatieregeling. Toeslagrecht wordt opnieuw berekend op basis van het toetsingsinkomen zonder bijstandslening. Eerder teruggevorderde toeslagen vervallen dan. Die terugvordering zal (inclusief rentevergoeding) door de Belastingdienst worden terugbetaald.

Nog maar zes jaar om ab-verlies te verrekenen

Momenteel zijn verliezen uit aanmerkelijk belang (box 2) te verrekenen met de winst uit het voorafgaande jaar (achterwaartse verliesverrekening) en de winsten uit de negen jaren na het verliesjaar (voorwaartse verliesverrekening). De voorwaartse verliesverrekening wordt verkort naar zes jaar. Als aanmerkelijkbelanghouder krijgt u dus minder tijd om uw verlies te verrekenen.

Tip
Als u geen aanmerkelijk belang meer hebt maar wel een ab-verlies hebt openstaan, kunt u dit verlies onder voorwaarden omzetten in een belastingkorting voor box 1.

Investeringsaftrekken worden voortgezet

De energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige milieuinvesteringen (Vamil) worden met vijf jaar verlengd tot 1 januari 2024. Het aftrekpercentage van de EIA zal worden verlaagd naar 45%. De Energielijst gaat onder de verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken en Klimaat vallen.

Gevolgen tariefsaanpassing Vpb

Vanwege de wijzigingen in de tarieven in Wet op de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting worden de tarieven in de regeling voor geruisloze terugkeer aangepast.

Voldoet een immaterieel activum achteraf bezien niet aan de regels voor toepassing van de innovatiebox? Dan verandert de wijze waarop de vennootschapsbelasting wordt berekend ook door de voorgestelde verlaging van de vennootschapsbelasting.

Vergoeding voor bijzonder kapitaal

De fiscale aftrekbaarheid van de vergoeding van aanvullend tier 1-kapitaalinstrumenten voor banken en verzekeraars komt te vervallen. Het gaat dan om converteerbare obligaties die verliezen absorberen in geval het kapitaal van een bank of verzekeraar onder een bepaald niveau zakt.

Verbod investeren vastgoed fbi’s

Voor fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s) geldt een vennootschapsbelastingtarief van 0%. Vanaf 1 januari 2020 mogen fiscale beleggingsinstellingen niet meer direct beleggen in vastgoed. Deze maatregel hangt samen met de afschaffing van de dividendbelasting.

Voorwaartse verliesverrekening beperkt

De huidige termijn voor voorwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting is negen jaar. Deze termijn wordt teruggebracht naar zes jaar. Deze termijn zal voor het eerst gelden voor verliezen geleden in 2019. Voor een verlies geleden in 2018 geldt nog een verrekeningstermijn van negen jaar. Is sprake van een gebroken boekjaar? Dan geldt dat de beperking van de verliescompensatie vanaf het boekjaar dat begint in 2019.

Tip
Probeer verliezen naar voren te halen en zoveel mogelijk in 2018 te laten vallen. Dan is de termijn om deze verliezen nog te kunnen verrekenen negen jaar.

Beperking afschrijving vastgoed

Onder de huidige wetgeving kunnen B.V.’s in principe onroerende zaken tot maximaal 50% van de WOZ-waarde fiscaal afschrijven als zij deze zaken gebruiken voor hun ondernemingen. Beleggingspanden zijn af te schrijven totdat de boekwaarde gelijk is aan 100% van de WOZ-waarde. Het kabinet wil dit onderscheid opheffen door de afschrijvingsgrens van alle gebouwen te stellen op 100% van de WOZ-waarde. De maatregel zorgt ervoor dat het verschil tussen de boekwaarde en de toekomstige verkoopwaarde kleiner is, met als gevolg dat de belastbare winst bij verkoop van het gebouw lager is.

Let op!
Afschrijving tot op 100% van de WOZ-waarde laat onverlet dat bij lagere marktwaarde van het bedrijfspand, afboeking naar deze lagere bedrijfswaarde is toegestaan.

Korter uitstel exitheffing voor B.V.

B.V.’s en andere vennootschapsbelastingplichtige lichamen krijgen minder uitstel voor het betalen van de zogeheten exitheffing. Deze exitheffing is onder meer aan de orde als een vennootschapsbelastingplichtig lichaam zijn fiscale vestigingsplaats overbrengt naar het buitenland. Nu biedt de fiscus de mogelijkheid om de heffing over de in Nederland opgekomen, maar nog niet gerealiseerde meerwaarden van overgebrachte vermogensbestanddelen in tien jaarlijkse gelijke termijnen te betalen. Deze termijn wordt verkort naar vijf jaar. Voor zover meerwaarden voor die tijd worden gerealiseerd, eindigt het betalingsuitstel.

Tip
De verkorting van het betalingsuitstel geldt alleen voor belastingschulden waarvoor de fiscus op of na 1 januari 2019 uitstel van betaling heeft verleend.